Accepteer cookies om deze inhoud in te laden.

Het verleden gezien door kunstmatige ogen

Hoe kijkt een Kunstmatige Intelligentie naar een digitaal archief? Ziet ze verbanden die wij niet zien? Welke patronen legt ze bloot? Kan een Kunstmatige Intelligentie een gids zijn, een curator? Weet ze beter wat we zoeken dan wij zelf? Is het een gereedschap of een orakel? Samen met het Nieuwe Instituut en VPRO Tegenlicht deed ontwerper en kunstenaar Richard Vijgen de afgelopen maanden onderzoek naar deze vragen. Aan de hand van een deel van de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw van Het Nieuwe Instituut en het archief van 20 jaar Tegenlicht televisie-uitzendingen deed Vijgen een ontwerpend onderzoek naar de mogelijke rol van Kunstmatige Intelligentie bij het ontsluiten en presenteren van digitale erfgoed collecties.

Generative Adversarial Network

Als laatste experiment is het werk van twee architecten, Piet Blom en Theo van Doesburg, gebruikt om een Generative Adversarial Network te trainen. Hierbij worden twee neurale netwerken tegen elkaar uitgespeeld. Het ene netwerk probeert het werk van een bepaalde architect zo goed mogelijk te herkennen terwijl het andere probeert om uit het niets een beeld te produceren dat lijkt op het werk van de betreffende architect. In het begin lukt dat niet, zijn de beelden willekeurig en worden ze door het herkenningsalgoritme afgekeurd. Na een tijdje is het echter steeds beter in staat om een beeld te genereren dat kan doorgaan voor bijvoorbeeld een tekening van Van Doesburg, maar dat nooit door van Doesburg gemaakt is. De uitkomst daarvan is visueel interessant maar werpt ook allerlei inhoudelijke vragen op; wie is de auteur van dit beeld? Is het een nieuw werk van het algoritme, van de architect of een visuele samenvatting van diens werk?

Accepteer cookies om deze inhoud in te laden.

Accepteer cookies om deze inhoud in te laden.

Conclusies

De term Kunstmatige Intelligentie staat ter discussie. Is het niet beter te spreken over Aanvullende Intelligentie? Is Kunstmatige Intelligentie een valse belofte? Wat is intelligentie? Is er werkelijk sprake van begrip?

De technieken die in dit onderzoek gebruikt zijn, zijn allemaal gebaseerd op patroonherkenning. Door grote hoeveelheden informatie kan een neuraal netwerk zo getraind worden dat het statistisch steeds waarschijnlijker wordt dat het een beeld goed kan herkennen. Hoewel dat meer doet denken aan een Pavlov reactie dan aan intelligentie en is er geen sprake van begrip, levert dat bruikbare toepassingen op. En geeft veel ruimte voor vervolgonderzoeken. Een voorbeeld is de mogelijkheid om op basis van een foto de architect van een gebouw te kunnen noemen.

Dat het trainingsmodel bepaalt wat een K.I. kan herkennen zal een computerwetenschapper niet verbazen. Toch is het zinvol om dit in publiekstoepassingen zichtbaar en inzichtelijk te maken. Met welke ogen kijkt een algoritme, op basis waarvan is het getraind? Hoeveel onzekerheid staat het toe bij het classificeren? Variabelen die voor heel verschillende uitkomsten kunnen zorgen. Variabelen die misschien wel door een gebruiker gekozen kunnen worden. Dit zou een K.I. minder een black box maken en meer een gereedschap. Het zou de relatie tussen mens en machine enigszins gedemystificeren. Ook het visualiseren van tussenstappen, zoals Class Activation Maps kunnen daarbij van pas komen.

Een Generative Adversarial Network kan op het oog een nieuw ontwerp van Van Doesburg genereren, maar wat is de betekenis daarvan? Is het werkelijk een nieuw werk? Wie is de auteur? Van wie is het auteursrecht? Ook hierbij zou het een misvatting zijn om een scheppende kracht toe te kennen aan het algoritme. Het kan gezien worden als een poging om de essentie te destilleren uit het werk van de architect en daarop variaties te maken.

Dat Kunstmatige Intelligentie een rol zal spelen in de publiekservaring van het archief van de toekomst ligt voor de hand. Of dat is in de vorm van een orakel of een gereedschap is een ontwerpvraag. Neurale netwerken zijn intrinsiek gelaagd en diffuus. Een gebruiksvriendelijke interface draagt het risico in zich de techniek te mystificeren en de gebruiker in een passieve rol te plaatsen. K.I. als gereedschap vraagt meer inspanning van de gebruiker maar plaatst deze in een actievere, intelligentere rol.