Accepteer cookies om deze inhoud in te laden.

Oral History

Sinds 2008 produceert Atria jaarlijks oral history interviews om aandacht te vestigen op de verhalen van vrouwen en andere weinig gehoorde verhalen in de media en de academische wereld. Deze reeks interviews zijn niet gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, maar worden vaak "herinneringen aan vroegere tijden" genoemd en zijn subjectief.
 
Bij de realisatie van ieder project gebruikt Atria de volgende systematische oral history aanpak: 
  1. Het voorbereiden van de interviews. Zorg voor meervoudige perspectieven door een scala aan mensen van verschillende leeftijden en uit verschillende locaties in Nederland.
  2. Groepen van geïnterviewden zoeken. Deze vrouwen hebben vaak hun eigen archieven thuis, of dingen die ze verzameld hebben uit vroegere tijden. Als ze naar deze voorwerpen kijken, herinneren ze zich verhalen uit die tijd. Atria verzamelt ook deze voorwerpen, naast de verhalen uit de oral histories. 
  3. Het afnemen van de interviews. De geïnterviewden kunnen hun verhaal vertellen vanuit hun eigen perspectief, maar ieder krijgt ook een eigen topiclijst en vragen om te beantwoorden. Elke geïnterviewde vrouw wordt ook geïnformeerd over de context van het project en kan toestemming geven voor het gebruik van het beeldmateriaal, wat in een contract wordt vastgelegd. Er is ook veel sociaal werk: na de interviews documenteert de camera de eerste emotionele indrukken van de vrouwen en hun verhalen daaromheen.
  4. Verwerking van de interviews. Elk interview heeft zijn eigen registratienummer, projectnummer, vereiste metadata, en vermeldt de namen van interviewer en geïnterviewde. Bij elk interview worden ook transcripties gemaakt.
  5. Het communiceren van de gegevens. Elk oral history project moet worden gecommuniceerd, zodat de wereld weet dat deze interviews bestaan en dat onderzoekers en mediaspecialisten ze kunnen gebruiken.
Eric Kluitenberg vermeldde ook het ACTUP oral history project, een verzameling interviews met overlevende leden van de AIDS Coalition to Unleash Power, New York. Het project is al meer dan 17 jaar actief en telt bijna 200 vrij toegankelijke interviews met mensen die bij het AIDS-activisme betrokken waren. 

VR preserveren: Uitdagingen en mogelijkheden

Virtual Reality (VR) heeft de volgende eigenschappen:

- Een immersieve en interactieve gebruikerservaring;
- Een combinatie van 3D-beelden en geluid;
- Het kan multisensorisch zijn door een combinatie van tast en reuk;
- Een technische combinatie van hardware (headsets) vs. software (modellen en programma's).

Deze verschillende aspecten werpen nieuwe vragen en moeilijkheden op wanneer het gaat om het bewaren van VR voor de toekomst. 
Voorbeelden van het gebruik van VR om cultureel erfgoed toegankelijk te maken

Virtual Harlem: Hoe zag Harlem, New York eruit tijdens de Harlem Renaissance/Jazz Age?
Beyond 2022 Project: Een verloren archiefruimte ​creëren. Het doel is om de ruimte opnieuw op te bouwen.
Virtual Interiors Project (Amsterdam): Een poging om historische gegevens te combineren om zo te begrijpen hoe deze ruimten uit de 17e-eeuwse Nederlandse Gouden Eeuw werden gebruikt. 
Virtual Bethel: Iets bewaren dat we op dit moment kunnen gebruiken. De oudste Afro-Amerikaanse kerk in Minneapolis wordt nu herontwikkeld tot een hotel. Lasers leggen zeer nauwkeurige informatie vast over het interieur.
Medieval manuscripts of the St Chad Gospels (8th century), VR gebruiken als onderzoeks- en conserveringsinstrument. 

Wat zijn de uitdagingen bij het bewaren van VR?

De belangrijkste uitdagingen bij het preserveren van VR liggen in het behoud van de software en de hardware. Beide werpen hun eigen obstakels op voor het behoud in de toekomst. De twee zijn met elkaar verbonden: de software kan niet draaien zonder de hardware, en zonder de software heeft de hardware geen gegevens om te laten zien. 

Uitdagen met betrekking tot software

  • Beoordelings- en selectiecriteria.
  • Het vinden van duurzame bestandsformaten die ook over jaren nog toegankelijk zijn.
  • Metadata (technisch, administratief, beschrijvend).
  • Paradata (gegevens over verwerking en creatie) en documentatie.
  • Digitale repositories zijn nog in ontwikkeling voor 3D data. 
  • Behoud van provenance.
  • Transparantie.
  • Reproduceerbaarheid. 
  • Intellectueel eigendom: als je 3D scans van objecten maakt, van wie is de scan dan? 

The equipment itself requires maintenance.

  • Hardware raakt verouderd, ook het gebrek aan compatibiliteit tussen platforms. 
  • Propriëtaire software kan moeilijk te behouden zijn.
  • Server- en netwerkafhankelijkheden.
  • Migraties naar nieuwe platforms.

Mogelijke oplossingen

  • Concentreer op hoe mensen ze vandaag gebruiken, en bewaar van daaruit.   
  • Het bewaren van de 'kleinst conserveerbare eenheden', zoals 3D-data en andere VR-activa.
  • Kijk naar museumdocumentatiestrategieën om meer te leren over het documenteren van tijdgebaseerde media en softwaregebaseerde media.
  • Het is misschien niet altijd mogelijk om VR-systemen te bewaren vanwege de complexiteit en eigendomsrechten. 

Concluderend

Levende herinnering, oral history en VR hebben allemaal hun eigen complexiteit als het gaat om het bewaren ervan voor toekomstige generaties, vanwege hun unieke eigenschappen en hun tijdelijkheid. Ze zijn allemaal gericht op het bewaren van een individuele en tijdgebonden ervaring, die per definitie subjectief is.
 
Aan de hand van de voorbeelden die in de workshop werden besproken, kunnen we de mogelijkheden zien om ervaringen te archiveren door bijvoorbeeld meta-data toe te voegen, ons te concentreren op kleinere eenheden of door de verworven data systematisch te documenteren. Door de verworven data te gronden in historische gebeurtenissen, slaan we niet alleen de individuele ervaringen op, maar ook de grotere contexten, waardoor ze bruikbaarder en toegankelijker worden voor toekomstige generaties.