Experimental Jetset zet elke nieuwe opdracht op hun website. “Als we nog geen tijd hebben gehad om het project voldoende te documenteren, staat er voorlopig nog een streep door het project heen. Op het moment dat we begonnen te archiveren op onze website, is voor ons de noodzaak om een fysiek exemplaar te houden niet verdwenen. Maar dat het op de website staat, met goede foto’s, haalt de druk soms wel weg, als je ergens maar weinig exemplaren over hebt.” Ook voor Experimental Jetset is de publicatie van een project op de website een aparte handeling. Foto’s en beschrijvingen worden nadat een project is afgerond specifiek voor dit doel gemaakt. En dat dat niet altijd lukt, omdat dit tijd kost, is logisch.
Voor Autobahn is de zichtbare collectie op hun website ook iets anders dan hun archief. Zij houden de website bij met een andere reden: “We zetten die opdrachten op onze website die we graag doen. We willen ons werk aan potentiële opdrachtgevers laten zien, en hopen door de opdrachten die we delen een bepaald soort opdrachten aan te trekken.” Door Autobahn en Experimental Jetset is de publicatie via de website een extra handeling rondom een project.
Het archief bewaard
Verder is ook het fysieke archief belangrijk. De Witte zegt bijvoorbeeld: “Ik heb veel prototypen of deelontwerpen, die ik niet weg doe, omdat ik hier nog verder mee wil. Ik wil dat voor mezelf zichtbaar houden. Dan kan ik mezelf hiermee inspireren.” De Witte ziet deze fysieke materialen niet als archief, maar als onderdeel van zijn werk.
Experimental Jetset is begonnen om hun werk periodiek in boekvorm te vatten: “Een website is er niet meer over 20 jaar, niks is zo tijdelijk als internet. Een boekje blijft altijd in omloop. Een boek van 500 jaar geleden kunnen we nog lezen, een CD-rom van 20 jaar geleden is moeilijker.” Het uitgangspunt van deze fysieke publicatie is dit dit het werk voor toekomstige generaties beschikbaar maakt. Zodat toekomstige ontwerpers de huidige ontwerptraditie kunnen gebruiken in hun werk. Dat zij kunnen leren van de werkprocessen, die door digitalisering zijn verbeterd, maar ook minder zichtbaar zijn geworden.
Een voorbeeld hiervan is hoe Experimental Jetset de ontwerpgeschiedenis meeneemt in hun werk: “Toen we begonnen, in 1997, maakten we veel flyers. In 1997 waren flyers vluchtige, kleine briefjes, fullcolor met een boodschap. Wij wilden de geschiedenis en de materialiteit van de flyer, die heel rijk is, terugbrengen in het werk dat we maakten. Dus we zijn veel gaan experimenteren met vormen, met materialen, met functie. Dus zo nemen we de geschiedenis mee, daarom vinden we dit belangrijk.”
En ook Autobahn is onlangs verrast door wat hun eigen archief kan vertellen: “Laatst werden wij benaderd door een opdrachtgever van het eerste uur, voor een heruitgave van een ontwerp van ruim 10 jaar geleden. Dan kom je in je archief schetsen en foto's tegen van een ander tijdsbeeld, waarin je terugleest en -ziet hoe de heersende esthetiek en rol van grafisch ontwerp toen was, en dus ook hoe deze is geëvolueerd. Met name de mappen met schetsen, waarin we ook inspiratie van anderen bewaren, laten dit goed zien. En dan blijkt dus je met archiveren iets anders doet dan dat je van tevoren had gedacht."
Lorusso geeft aan behoefte te hebben aan richtlijnen en kennisuitwisseling: “Archivering is een terugkerend onderwerp in gesprekken met vrienden. Het is een gespreksonderwerp, maar er is geen expertise. De behoeften van verschillende makers zijn zo anders, dat het moeilijk is een ‘formule’ te ontwikkelen.” Om zich hierna hardop af te vragen: “Waarom hebben we consensus nodig over hoe we werk archiveren? Ik zou graag de diversiteit aan opties willen zien vanuit het standpunt van een kunstenaar." Dat is exact wat NADD beoogt te doen.